Het gaat snel; de laatste paar weken zitten er alweer op en ik ben weer thuis. Het waren leuke maar stressvolle weken. Ik ging met de kok naar een malaila ceremoney, dat is een traditionele ceremonie waar alle ‘chiefs’ bijeenkomen en de president zelfs aanwezig is. Alleen had de president nu op het laatste moment afgezegd. We gingen er heen met de auto, ik reed en de kok zei waarheen. Toen we er waren, was het gigantisch druk met kraampjes en heel veel mensen. Volgens de kok moest ik door de mensenmassa heenrijden met mijn auto, dus dat deed ik dan ook. We parkeerden helemaal vooraan. Later kwamen we erachter dat er een gigantisch parkeerterrein aan de andere kant was.
We liepen naar het plein waar het allemaal zou plaatsvinden en gelijk kwam er iemand naar ons toe om te vragen of we van LSA waren. Dat waren we en dus werden we naar een tent begeleid met nog een aantal mensen die ook hadden meebetaald aan de ceremonie. Het was een georganiseerde chaos, alleen dan ook nog eens slecht georganiseerd. Er waren dansgroepen die niet van het podium af wilden, waar de bewaking aan te pas moest komen. Er waren twee omroepers die de hele tijd door elkaar zaten te lullen, en de kwaliteit van de boxen was ongelofelijk slecht. Het hoogtepunt was toch wel de hoofd-‘chief’ die naar binnen werd gedragen op een stoel, door allemaal dunne mannen. De ‘chief’ keek niet echt blij, maarja. Er werd ook een grote, slecht-opgezette leeuw naar binnen gebracht en voor de chief neergezet, maar ook gelijk weer weggehaald. Ik vroeg aan de kok waarom de leeuw weer zo snel weg moest, en ze waren blijkbaar te vroeg met de leeuw. En inderdaad, na 20 minuten kwamen ze nog eens en nu met een heel verhaal erbij. Ook gaven ‘dorpen’ en politieke partijen cadeautjes aan de chief. Helemaal ingepakt in cadeaupapier, en wat zat er in? Een fiets, een matras, een kookset, dat soort dingen. Normaal gesproken verdeelt de chief dat met de andere chiefs, maar we hoorden later dat hij dat deze keer niet gedaan had en alles voor zichzelf gehouden had
Op het kamp speelden we drie keer per week touch rugby, wat wel grappig is. In plaats van tackelen, is aanraken genoeg in deze versie van rugby. Dit speelden we op een veld achter de lodge, met veel toeschouwers; altijd wel zo’n honderd bavianen en vaak ook even een olifant of giraffe. Deze sport deden we met allemaal andere blanke lodge-managers uit de omgeving. Daarna deden we meestal een drankje bij de bar. Hier kon je een normaal gesprek voeren zonder miscommunicaties, wat erg aangenaam was. Met Zambianen en Malawianen is niet echt een normaal gesprek te voeren door de miscommunicaties en cultuurverschillen. Ik ben veel opgetrokken met Charles, een Nederlander die in de naburige lodge werkte. We kwamen elkaar meestal een keer per dag tegen en dan hadden we even een gezellig praatje en gingen we weer verder. Op het afscheidsfeestje van een van de rugbyspelers gingen we het dorp in. We gingen naar een kroeg van DJ Extra Tall. Dat klonk ongelofelijk slecht en dat was het ook, maar ik heb wel erg gelachen. DJ extra lang was inderdaad best groot voor een Zambiaan, maar kwam, helaas voor hem, niet in de buurt van the giant Dutchman. Dat vonden ze natuurlijk geweldig, dus ik ben met aardig wat mensen op de foto geweest!
Project schuur hebben we ook nog gehad. Er was naast de keuken een soort opslag in een oud tentje. Ik had gevraagd of ik hier een schuurtje mocht maken. Er stonden al drie muren en er moest dus alleen een vloer in, een vierde muur bij en een dak op. Ik had via via twee bouwvakkers geregeld en alles uitgelegd. Een local had het nog een keer in hun eigen taal uitgelegd en alles was duidelijk. Ze begonnen en als specialisten zou je denken dat je ze wel even alleen kan laten. Dat is dus niet het geval, je moet er de hele tijd bij zijn heb ik geleerd.
Ik kwam na een uur even kijken en ze vlogen erdoorheen. Alleen niet helemaal op de manier die we hadden afgesproken. Zo hadden ze maar een heel klein beetje beton als ondergrond gebruikt en de stenen niet aan de bestaande muur vastgemaakt. Ze vroegen “heb je stenen om in het cement te doen?”, ik zei “nee, maar ik heb wel zand liggen, kan dat ook?” “Ja, tuurlijk” zeiden ze. Wat blijkt? Dat kan dus helemaal niet... Ze doen gewoon maar wat. Ik heb ze alles naar beneden laten halen en een dieper gat laten graven voor het beton. De volgende dag konden ze niet komen, maar in de avond belden ze met de vraag of ik hen morgen om 7 uur kon oppikken. Top, dus ik er heen ’s ochtends; “Ja, we zijn nu even bezig, we komen morgen wel.” Dus ik zei “Morgen hoef je niet meer te komen, dan zoek ik wel iemand anders” waarop zij antwoorden “O, ik ga wel even vragen, ik denk dat we vandaag misschien wel kunnen”, dus ik zeg “Te laat, ik ga iemand anders halen” en ik ben naar het benzinestation gereden. Binnen 5 minuten had ik twee bouwvakkers die het klusje wel konden uitvoeren. Maar wat een stress; elke 5 minuten moest ik kijken, anders deden ze weer iets anders. Ik wilde de schuur afhebben voordat ik wegging, dus op zaterdag ging ik de balken halen voor het dak. De ene zo krom als een hoepel en de andere valt uit elkaar zodra ik die oppak. De derde zat vol met houtwormen. Dus dat ging niet door… We moesten wachten op de volgende lading, volgende week, of die week erna. Ook was de diesel weer op in het dorp... Conclusie van het verhaal: bouwen in Afrika is niks voor mij (waarschijnlijk ergens anders ook niet, maar vooral niet in Afrika).
Het waren echt twee geweldige en ook leerzame maanden, vooral de dieren maakten het super; de olifanten in het kamp en wakker gemaakt worden door een nijlpaard die tegen je tent staat te kakken is onbeschrijfelijk! Of achter je laptop zitten met de rivier voor je, waar de olifanten oversteken, de nijlpaarden en krokodillen zonnen, allerlei soorten dieren drinken. Dat is zo mooi en zo genieten! Ik ga zeker nog eens terug naar Zambia!
Project schuur hebben we ook nog gehad. Er was naast de keuken een soort opslag in een oud tentje. Ik had gevraagd of ik hier een schuurtje mocht maken. Er stonden al drie muren en er moest dus alleen een vloer in, een vierde muur bij en een dak op. Ik had via via twee bouwvakkers geregeld en alles uitgelegd. Een local had het nog een keer in hun eigen taal uitgelegd en alles was duidelijk. Ze begonnen en als specialisten zou je denken dat je ze wel even alleen kan laten. Dat is dus niet het geval, je moet er de hele tijd bij zijn heb ik geleerd.
Ik kwam na een uur even kijken en ze vlogen erdoorheen. Alleen niet helemaal op de manier die we hadden afgesproken. Zo hadden ze maar een heel klein beetje beton als ondergrond gebruikt en de stenen niet aan de bestaande muur vastgemaakt. Ze vroegen “heb je stenen om in het cement te doen?”, ik zei “nee, maar ik heb wel zand liggen, kan dat ook?” “Ja, tuurlijk” zeiden ze. Wat blijkt? Dat kan dus helemaal niet... Ze doen gewoon maar wat. Ik heb ze alles naar beneden laten halen en een dieper gat laten graven voor het beton. De volgende dag konden ze niet komen, maar in de avond belden ze met de vraag of ik hen morgen om 7 uur kon oppikken. Top, dus ik er heen ’s ochtends; “Ja, we zijn nu even bezig, we komen morgen wel.” Dus ik zei “Morgen hoef je niet meer te komen, dan zoek ik wel iemand anders” waarop zij antwoorden “O, ik ga wel even vragen, ik denk dat we vandaag misschien wel kunnen”, dus ik zeg “Te laat, ik ga iemand anders halen” en ik ben naar het benzinestation gereden. Binnen 5 minuten had ik twee bouwvakkers die het klusje wel konden uitvoeren. Maar wat een stress; elke 5 minuten moest ik kijken, anders deden ze weer iets anders. Ik wilde de schuur afhebben voordat ik wegging, dus op zaterdag ging ik de balken halen voor het dak. De ene zo krom als een hoepel en de andere valt uit elkaar zodra ik die oppak. De derde zat vol met houtwormen. Dus dat ging niet door… We moesten wachten op de volgende lading, volgende week, of die week erna. Ook was de diesel weer op in het dorp... Conclusie van het verhaal: bouwen in Afrika is niks voor mij (waarschijnlijk ergens anders ook niet, maar vooral niet in Afrika).
Het waren echt twee geweldige en ook leerzame maanden, vooral de dieren maakten het super; de olifanten in het kamp en wakker gemaakt worden door een nijlpaard die tegen je tent staat te kakken is onbeschrijfelijk! Of achter je laptop zitten met de rivier voor je, waar de olifanten oversteken, de nijlpaarden en krokodillen zonnen, allerlei soorten dieren drinken. Dat is zo mooi en zo genieten! Ik ga zeker nog eens terug naar Zambia!