De eerste keer dat ik in Australië was (2008), had ik al wat over bushfood geleerd van JuJu, een Aboriginal ‘elder’ (een goede vriendin van Bjorn Selier). Na al het veldwerk wat ik gedaan heb in de jaren heb ik opeens interesse in bushfood en ga ik er vanaf nu wat meer over schrijven, want het is ongelofelijk interessant. De eerste die ooit bushfood hebben beschreven in de geschiedenis van Australië zijn wij de Nederlanders: de crew van Willem van Vlamingh in 1696. Ik voel me daarom dus ook verantwoordelijk om de bushfood van New Holland (onze kolonie) te beschrijven. Ik zal alleen de traditionele (en daarmee ook de minst lekkere) bushfood beschrijven.
Ik begin gelijk met een leuke vrucht, namelijk de “Blood Apple”, oftewel de bloed-appel. De bloed-appel komt van de “Blood-tree”, die deze naam heeft gekregen omdat de boom bloedt. Als je met een mes een sneetje in de schors van deze boom maakt komt er rood sap uit dat op bloed lijkt. Dit was een belangrijke boom voor de Aboriginals, en ik focus deze keer op de vrucht. De vrucht lijkt op een appel en vandaar de naam bloed-appel. Heel speciaal is de bewoner van deze vrucht; een wespenlarve die je kunt eten. Op de foto is een klein puntje te zien, hier legt het vrouwtje haar eitje en later bevrucht het mannetje het eitje door dit zelfde gaatje van de vrucht (dit doet hij denk ik puur voor het voortbestaan van zijn soort, want ik denk niet dat hij er veel plezier aan beleeft). Als je zo’n appel hebt, leg je hem in de kolen van het vuur voor een paar minuten. Dan haal je hem uit het vuur en ziet de vrucht er al een stuk aangenamer uit.
Ik begin gelijk met een leuke vrucht, namelijk de “Blood Apple”, oftewel de bloed-appel. De bloed-appel komt van de “Blood-tree”, die deze naam heeft gekregen omdat de boom bloedt. Als je met een mes een sneetje in de schors van deze boom maakt komt er rood sap uit dat op bloed lijkt. Dit was een belangrijke boom voor de Aboriginals, en ik focus deze keer op de vrucht. De vrucht lijkt op een appel en vandaar de naam bloed-appel. Heel speciaal is de bewoner van deze vrucht; een wespenlarve die je kunt eten. Op de foto is een klein puntje te zien, hier legt het vrouwtje haar eitje en later bevrucht het mannetje het eitje door dit zelfde gaatje van de vrucht (dit doet hij denk ik puur voor het voortbestaan van zijn soort, want ik denk niet dat hij er veel plezier aan beleeft). Als je zo’n appel hebt, leg je hem in de kolen van het vuur voor een paar minuten. Dan haal je hem uit het vuur en ziet de vrucht er al een stuk aangenamer uit.
Ik gebruikte een steen om de appel open te maken en daar lag het: een geel zakje die een beetje warm was. Het enige wat je kan herkennen van een wesp is zijn angel, want die zat er al. Ik hield hem aan zijn angel vast en (met een beetje tegenzin) nam ik een hap. De binnenkant spatte in mijn mond, maar de smaak viel reuze mee. Ik had iets heel smerigs in mijn gedachten, maar het was goed te doen en het was bijna lekker. Het had een beetje een zetmeelsmaak, en de binnenkant van de appel had ik ook met mijn tanden afgeschraapt. De smaak is moeilijk te beschrijven, maar het dichtstbijzijnde was het vruchtvlees van een jonge (dit klinkt heel slecht maar het valt mee) kokosnoot.
Ik hoop dat jullie dit leuk vinden, want ik zal nog wat meer over bushfood schrijven
Ik hoop dat jullie dit leuk vinden, want ik zal nog wat meer over bushfood schrijven